Juryrapport 2020

Gaat het wel zo slecht met het vak Nederlands in het middelbaar onderwijs in Nederland en Vlaanderen? Wie de voorbije jaren steeds weer de stormklok heeft horen luiden, moest op den duur geloven van wel: teruggang van de leesvaardigheid, teloorgang van de schrijfvaardigheid, achteruitgang van het literatuuronderwijs, ondergang van de grammaticale kennis. Een neergang, kortom, die zich vertaalde in een tanend prestige van het schoolvak en krimpende aanmeldingen voor de studie Nederlands aan de universiteit.

Hoe sterk contrasteert dit sombere beeld met wat deze eerste Olympiade Nederlands laat zien! Liefst 67 scholen schreven zich in, 345 leerlingen gaven urenlang het beste van zichzelf in schriftelijke proeven, waarin de meest diverse onderwerpen uit de neerlandistiek aan bod kwamen. Onze dank gaat uit naar al die leraren die hun leerlingen en directies voor de Olympiade wisten te enthousiasmeren. Zij zijn de ware en onvermoeibare ambassadeurs van ons prachtige vak.  

Corona en lockdown doorkruisten de plannen voor een zinderende finale: een openbare mondelinge proef in Antwerpen. Zeven finalisten hebben van de nood een deugd gemaakt en het met filmpjes tegen elkaar opgenomen. Wat een geïmproviseerde oplossing was, bleek uiteindelijk een gouden greep. De bravoure en creativiteit waarmee de finalisten aan de slag zijn gegaan, zijn hartverwarmend. Ze kregen ieder de hulp van een mentor, een ervaren onderzoeker in de neerlandistiek, maar opzet en uitwerking van de onderwerpen waren helemaal hun eigen werk. En dat mocht er zijn!

De prestaties van de kandidaten lagen heel dicht bij elkaar, en het is de jury niet makkelijk gevallen om een laureaat aan te wijzen. Elke finalist demonstreerde in zijn of haar filmpje bijzondere wetenschappelijke talenten. Blonk de ene uit in wetenschappelijk inzicht, dan was de andere een geboren verhalenverteller en een derde een toonbeeld van creativiteit, allemaal samen vormen zij zo een prachtige demonstratie van de veelzijdigheid van de neerlandistiek. Eén finaliste blonk echter uit in álle aspecten; haar wil de jury dan ook unaniem tot de officiële winnaar van de allereerste Olympiade Nederlands uitroepen.

‘Waarom maken we dt-fouten?’ vroeg Polly Jean Hollanders (Heilig Pius X-Instituut Antwerpen; mentoren: prof. dr. Dominiek Sandra en dra. Hanne Surkyn) zich af. Ze baseerde zich voor het antwoord op haar eigen chatgeschiedenis. Heel toegankelijk zette ze uiteen hoe ze een bestaande theorie daaromtrent zou toetsen aan haar eigen corpus. Ze introduceerde het psycholinguïstisch jargon op een heldere manier, legde concrete resultaten voor en reflecteerde ook op de mogelijke tekortkomingen van haar eigen onderzoek.

De welsprekendheid van deze kandidate werd door de jury sterk gewaardeerd. Zeker in het eerste deel van haar presentatie maakte deze finaliste uitstekend gebruik van lichaamstaal. Het verhaal van haar onderzoek werd goed gebracht, met een vleugje humor en zelfironie. Kortom, hier is een enthousiaste kandidate aan het woord die voortreffelijk wetenschappelijk inzicht weet te combineren met een grote welbespraaktheid en een aanstekelijke zin voor humor. Een betere laureaat van deze hoogstaande finale had de jury zich niet kunnen wensen.

Het was voor de juryleden een groot genoegen om de zeven finalisten aan het werk te zien. Ieder van hen liet op zijn of haar eigen wijze zien wat een prachtig vak de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde wel is, hoe weids het onderzoeksgebied, hoe uiteenlopend de vraagstellingen en de methodes en ook: dat je er plezier aan kan beleven. Bij deze hulde betrekken we graag hun mentoren en hun leraren Nederlands. Zij allen hebben ervoor gezorgd dat deze eerste Olympiade Nederlands nu al doet uitkijken naar een volgende editie. 

 

De jury

Prof. dr. em. Frank Willaert (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterkunde)
Prof. dr. Kris Van de Poel (Taalunie)
Dr. Folgert Karsdorp (Meertens Instituut)
Ruud Hendrickx (VRT-taaladviseur)
Ulrike Burki (master Nederlands, Universiteit Antwerpen)