Hoe en waarom werd de tekst van Duet met valse noten van Bart Moeyaert aangepast tussen de eerste druk uit 1983 en de laatste druk uit 2018?

Finalist: Hanne Burggraeve
Mentoren: prof. dr. Vanessa Joosen en dr. Wouter Haverals

Via deze onderzoeksvraag maakt Hanne kennis met drie domeinen binnen de Nederlandse letterkunde: de wetenschappelijke studie van de jeugdliteratuur, tekstgenese en tekstanalyse aan de hand van digitale tools. Hanne vergelijkt de twee drukken (1983 en 2018) van Bart Moeyaerts klassieker op twee, elkaar aanvullende manieren: eerst probeert ze het met een traditionele filologische werkwijze, waarbij ze de twee edities handmatig overloopt, en daarna maakt ze gebruik van een digitale collatie, waarbij een computerprogramma haar helpt om de verschillen op te speuren. Ze brengt de wijzigingen in kaart en probeert ze samen met haar mentoren te verklaren. Daarbij is één inzicht cruciaal: jeugdboeken worden niet geschreven volgens wat kinderen en jongeren graag lezen, maar volgens de opvattingen van volwassenen over wat geschikt is voor jonge lezers. Aangezien visies op kinderen en jeugdliteratuur evolueren, worden populaire jeugdboeken soms herschreven. Dat gebeurde ook al voor andere teksten, zoals de sprookjes van Grimm, Sjakie en de chocoladefabriek van Roald Dahl of De dagen van de bluegrassliefde van Edward van de Vendel.  Komen de wijzigingen die Hanne ontdekt in Duet met valse noten overeen met de ontwikkeling van de jeugdliteratuur zoals specialisten die beschreven hebben? Of is er iets anders aan de hand?

Duet met valse noten (1983), Bart Moeyaert
Duet met valse noten (2018), Bart Moeyaert