Hoe veranderde het Floris ende Blancefloer-verhaal na de uitvinding van de boekdrukkunst?

Finalist: Kobe Thonissen
Mentor: dr. Elisabeth de Bruijn (Middelnederlandse letterkunde/boekgeschiedenis)

Floris en Blancefloer behoort net als Karel ende Elegast en Beatrijs tot de klassiekers van de Middelnederlandse literatuur. Toen halverwege de 15e eeuw de boekdrukkunst werd uitgevonden, verschenen sommige van die middeleeuwse teksten ook in druk. Ze werden daarbij vaak wel in een nieuw jasje gestoken: zo veranderde de versvorm meestal in proza en werden er ook inhoudelijk andere accenten gelegd. Floris ende Blancefloer is een verhaal waarvan we zowel een compleet middeleeuws handschrift kennen als een vroege, 16e-eeuwse druk. De gedrukte tekst blijkt op enkele belangrijke punten te zijn aangepast. Om de onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden leest Kobe Floris ende Blancefloer (in de moderne vertaling van Ingrid Biesheuvel) en verdiept hij zich in de wetenschappelijke literatuur over deze tekst. Samen met zijn mentor bekijkt hij daarnaast het oude handschrift in Leiden en een oude druk die bewaard wordt in Gent. Welke veranderingen heeft de tekst ondergaan in vorm, inhoud en lay-out? En welke gevolgen zou dit kunnen hebben gehad voor de manier waarop de tekst vlak na de middeleeuwen werd gelezen?

Handschrift van Floris ende Blancefloer (Zuidelijke Nederlanden, ca. 1340-1360), exemplaar Leiden, Universiteitsbibliotheek, Ltk 191
Oude druk van Floris ende Blancefloer (Antwerpen: Jan van Doesborch, ca. 1517), exemplaar Gent, Universiteitsbibliotheek, BHSL.RES.0219