Opgave 10: EDITIEWETENSCHAP

(opgesteld door Prof. dr. Kevin Absillis)

Het was stikheet en laf. De zon brak den grond vaneen, de legumen stonden als in arduin, en fletsch gelijk een schotelvod. Pallieter zat met Marieke tusschen de blauwe lommerte van zonnebloemen en flieren, verschgeplukte kersen te eten uit zijn strooien hoed. De flier rook geweldig, en de zonnebloemen zongen van de hommelen. Pallieter stond eens recht om zich te rekken, en riep: “Mitteke, zie na toch, da’ licht, da’ licht! het is gelak muziek!” Marieke stond op, en bezag het schril-verlichte land, met de hand voor de oogen. Er roerde geen levende ziel en er leefde geen steek. De hitte lag te denderen boven de wegen lijk boven een stoof, en de stilte stond lijk lood over de wereld.

Het bovenstaande fragment komt uit de beroemde roman Pallieter zoals die in boekvorm verscheen in het jaar 1916. De auteur, Felix Timmermans (1886-1947), was echter al aan zijn roman begonnen in 1911 en gedurende vijf jaar schreef en herschreef hij zijn tekst. Tal van vroege versies van Pallieter zijn in handgeschreven vorm bewaard gebleven. De zorgvuldige studie ervan kan ons leren hoe Timmermans’ roman precies tot stand kwam. De wetenschap die zich hiermee bezighoudt is de editiewetenschap. Manuscripten bestuderen is niet eenvoudig: handschriften zijn moeilijk ontcijferbaar, soms zijn ze onvolledig, ze bevatten al eens vergissingen, enzovoort. Ook zijn handschriften zelden gedateerd, zodat de editiewetenschapper moet proberen te achterhalen welk fragment het oudst is of welke versie het sterkst aansluit bij de tekst zoals die is uitgeven. Alleen door een nauwgezette vergelijking kunnen antwoorden op zulke vragen worden gevonden, en dan nog is het resultaat van het zoekwerk meestal niet meer dan een (goed onderbouwde) hypothese.

Ben jij in de wieg gelegd voor de editiewetenschap? Hieronder staan vijf tekstfragmenten, getranscribeerd uit handschriften van Felix Timmermans. Het zijn verschillende versies van het fragment dat we hierboven hebben weergegeven. Rangschik deze vijf fragmenten in chronologische volgorde. Begin met het vermoedelijk eerst geschreven of oudste fragment en eindig met het vermoedelijk laatst geschreven of jongste fragment (= het fragment dat het dichtst staat bij de uiteindelijk gepubliceerde tekst). Omcirkel in de tabel hieronder telkens de juiste letter.

FRAGMENT A

Het was stikheet en laf. De zon was als een groot gat waardoor maar altijd aan wit vuur op d’aarde spoelde, die er bij scheurde en vaneenbrak van droogte. De legumen stonden als in arduin en flepsch gelijk een schotelvod. Pallieter zat met Mitteke tusschen de blauwe lommer van zonnebloemen en violieren verschgeplukken kersen te eten uit Pallieters strooien hoed. De violier rook geweldig en de zonnebloemen zongen van de hommelen. Pallieter stond recht om te gaan pissen en riep: “Mitteke, zie na toch da licht, da licht, het zingt gelak muziek!” Mitteke stond ook op en bezag het schrilverlichtte land met de hand voor d’oogen. Er roerde geen levende ziel en er leefde geenen steek.

FRAGMENT B

Het was stikheet en laf. De zon brak den grond vaneen, en de legumen stonden als in arduin, en fletsch gelijk een schotelvod. Pallieter zat met Marieken tusschen de blauwe lommerte van zonnebloemen en violieren, verschgeplukte kersen te eten uit zijn strooien hoed. De violier rook geweldig en de zonnebloemen zongen van de hommelen. Pallieter stond eens recht om zich te rekken en riep: “Mitteke, zie na toch da’ licht, da’ licht! het zingt gelak muziek!” Marieke stond ook op, en bezag het schril-verlichte land, met de hand voor d’oogen. Er roerde geen levende ziel en er leefde geen steek. De hitte lag te denderen boven de wegen lijk boven de stoof en de stilte stond lijk lood over de wereld.

FRAGMENT C

Het was nog heeter dan gisteren. De zon was als een groot gat waardoor al het hemelsch vuur op de aarde spoelde, die er bij barstte en scheurde. Palieter zat met Marleentje aan tafel in den hof tusschen storende zonnebloemen en vlieren, in de schaduw van een jonge kersenboom kersen te eten, die te blinken lagen in een gele steinen teile. “Zie me toch die zee van licht!” riep Palieter vol geestdrift, terwijl het roode sap der frische kersen langs zijn kin druppelde. Marleentje die met een oog open in de breede kersenboom het warme spel der doorzichtige blinkende groenen en vonken rood nazag keek over het wijde schrilverlichtte land, waarin niets leefde dan heel ver lijke bonte paddestoelen de koeien en paarden van den overneetschen mulder.

FRAGMENT D

Het was nog heeter dan gisteren. De zon was een groot gat waardoor al het hemelsche vuur op aarde spoelde, dat zij er bij barstte en verbrandde. En daar was niets leven in het wijde land dan heel in de verte lijk kleurige paddestoelen, de paarden en koeien van den overneetschen mulder. Verder bewoog er geen mensch of vloog er geen vogel. “Zie me toch die zee van licht!” riep Palieter vol bewondering terwijl het roode sap van de frische kersen langs zijn baard drupte tot Marleentje, die met een oog open in de jonge kastanjeboom het wondere spel der klinkende doorzichtige groenen der breede bladeren nazag.

FRAGMENT E

Het was stikheet en laf. De zon brak den grond vaneen en de legumen stonden als in arduin en flepsch gelijk een schotelvod. Pallieter zat met Marieke tusschen de blauwe lommer van zonnebloemen en violieren, verschgeplukken kersen te eten uit Pallieters strooien hoed. De violier rook geweldig en de zonnebloemen zongen van de hommelen. Pallieter stond eens recht om zich te rekken en riep: “Mitteke, zie na toch da’ licht, da’ licht, het zingt gelak muziek!” Marieke stond ook op en bezag het schrilverlichtte land, met d’hand voor d’oogen. Er roerde geen levende ziel en er leefde geenen steek. De hitte lag te denderen boven de wegen lijk boven de stoof en een groote stilte stond lijk lood over de wereld.

1 (oudste) 2 3 4 5 (jongste)
A - B - C - D - E A - B - C - D - E A - B - C - D - E A - B - C - D - E A - B - C - D - E

Geef 2 woorden of woordgroepen (= max. 3 woorden) die voor jou de doorslag gaven om te besluiten welk fragment het oudst is:

Fragment 1:………………….

Fragment 2: ………………….

 

In 2016 werd de roman Pallieter, naar aanleiding van de 100ste verjaardag, heruitgegeven bij Polis.

1 (oudste) 2 3 4 5 (jongste)
D C A E B

 

Voor de woordgroepen zijn meerdere goede antwoorden mogelijk. Belangrijk is echter dat je een woord of woordgroep geeft die je in staat stelt om het oudste (D) van het tweede oudste (C) te onderscheiden. Een goed antwoord is bijvoorbeeld ‘schrilverlichte’ (of ‘schrilverlichte land’): dit woord duikt in alle fragmenten op, inclusief de uiteindelijke boekpublicatie, maar is nog afwezig in fragment D. Dat geldt ook voor ‘zonnebloemen en vlieren(/violieren/flieren)’ : die komen in alle fragmenten voor, inclusief in de boekpublicatie, maar nog niet in fragment D. Een fragment als ‘heeter dan gisteren’ wordt niet goedgekeurd. Het staat zowel in fragment C als in fragment D en kan je dus niet helpen om uit te maken welk fragment nu precies het oudste is. De spelling van Palieter met een ‘l’ helpt je evenmin vooruit, want figureert zowel in fragment C als in fragment D. Pas later is Timmermans ‘Pallieter’ gaan schrijven. Marleentje is de vroegste naam voor het personage dat uiteindelijk als ‘Marieke’ de literatuurgeschiedenis inging, maar komt zowel in fragment C als D voor en helpt je dus ook al niet om deze vraag te beantwoorden.

Onderstaande woord(groepen) worden wel nog goedgekeurd:

– ‘Pallieter zat met’

– ‘[gele steine] teile’

– ‘een groot gat’

– ‘dat zij er bij’ of ‘die er bij’

De ‘gele steine teile’ duikt weliswaar slechts 1 keer op (in fragment C) en haalde ook de boekpublicatie niet, maar uit de andere fragmenten blijkt dat de functie van de teil vanaf fragment A wordt overgenomen door een ‘strooien hoed’ die wel de publicatie haalde. Iets om kersen in op te vangen is dus alleen afwezig in fragment D.

De gebruikte tekstfragmenten zijn afkomstig uit A. Keersmaekers, Het geluk van een schrijver. Felix Timmermans en zijn Pallieter II. De teksten. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, 2000 (vanaf p. 239). De tekstfragmenten zelf werden in de Olympiade-opgave een beetje vereenvoudigd weergegeven (o.a. schrappingen en toevoegingen werden niet langer gemarkeerd).

De oorspronkelijke manuscripten bevonden zich lange tijd in het bezit van de verzamelaar Dirk-Emma Baestaens, maar werden heel onlangs verworven door het AMVC-Letterenhuis in Antwerpen. Zie ook het artikel in De Standaard