
Figuur 1: Het effect van leeftijd en gender op ‘niet-standaardtaal’
Meer dan 1000 Antwerpse jongeren namen deel aan een onderzoek van de UAntwerpen rond chattaal en doneerden vrijwillig chatgesprekken die ze voerden op Facebook en WhatsApp. Figuur 1 laat een schematische analyse van de taal in die gesprekken zien.
De figuur stelt het aandeel ‘niet-standaardtaal’ voor in het online taalgebruik van de deelnemende jongeren: denk maar aan niet-standaardtalige woorden (bv. dialectwoorden, tussentalige woorden, ‘slang’), maar ook aan visuele elementen die niet tot de standaard schrijftaal behoren (bv. emoticons en emoji).
De y-as van de figuur toont het percentage ‘niet-standaardtaal’ van de jongeren. De x-as stelt de leeftijdsgroep van de deelnemers voor: we maken een onderscheid tussen jongere tieners (13-16 jaar oud) en oudere tieners of jongvolwassenen (17-20 jaar oud). De twee kanten van de figuur tonen respectievelijk het patroon voor meisjes (links) en voor jongens (rechts).
Welke stelling is op basis van figuur 1 fout?
A. Zowel jongens als meisjes gaan standaardtaliger schrijven op sociale media naarmate ze ouder worden.
B. Jongens schrijven standaardtaliger op sociale media dan meisjes.
C. Leeftijd heeft een sterker effect op het online taalgebruik van meisjes dan op dat van jongens, wat betreft (niet-)standaardtaligheid.
D. Meisjes van 13-16 jaar oud schrijven minder standaardtalig op sociale media dan jongens van diezelfde leeftijd.
E. Het talige verschil tussen jongens en meisjes kan niet onafhankelijk van de leeftijd van de jongeren worden beschreven.
De stelling die op basis van figuur 1 fout is, is stelling B.
De linkerkant van de grafiek toont dat het percentage niet-standaardtaal voor 13- tot 16-jarige meisjes hoger ligt dan dat voor 17- tot 20-jarige meisjes. De rechterkant van de grafiek toont een gelijkaardig patroon voor de jongens: het percentage niet-standaardtaal voor 13- tot 16-jarige jongens ligt hoger dan dat voor 17- tot 20-jarige jongens. Zowel jongens als meisjes gaan dus standaardtaliger schrijven op sociale media naarmate ze ouder worden (STELLING A KLOPT). Maar deze trend is wel sterker voor meisjes dan voor jongens: de daling van de lijn is namelijk steiler bij de meisjes, en het verschil tussen het percentage op 13- tot 16-jarige leeftijd en dat op 17- tot 20-jarige leeftijd is veel groter bij meisjes dan het bij de jongens is. Leeftijd heeft hier dus een sterker effect op het online taalgebruik van meisjes dan op dat van jongens (STELLING C KLOPT).
Als we dan het percentage voor meisjes tussen 13 en 16 jaar oud vergelijken met dat voor jongens tussen 13 en 16 jaar oud, zien we dat meisjes op die specifieke leeftijd minder standaardtalig schrijven dan jongens (STELLING D KLOPT). De percentages voor de 17- tot 20-jarigen tonen echter dat, op die oudere leeftijd, meisjes net standaardtaliger schrijven dan jongens. Met andere woorden: het talige verschil tussen jongens en meisjes wisselt om naargelang de specifieke leeftijd van de jongeren, en kan dus niet onafhankelijk van de leeftijd van de jongeren worden beschreven (STELLING E KLOPT). Het is dus niet mogelijk om op basis van figuur 1 af te leiden dat jongens standaardtaliger schrijven op sociale media dan meisjes (STELLING B IS FOUT) zonder een leeftijd te specifiëren of een leeftijdsnuancering aan te brengen.