Los van alle commotie is het zinnetje ‘Da gade gij ni bepalen’ taalkundig erg interessant. Het bevat namelijk sporen van het taalkundige fenomeen ‘enclise’:
Als ‘gij’ in Vlaamse tussentaal na de persoonsvorm komt, versmelt het met deze persoonsvorm. Bijvoorbeeld: ‘Gaat ge mee?’ wordt ‘Gade mee?’. Soms wordt de ‘gij’ zelfs opnieuw toegevoegd na de enclitische vorm. Dan krijg je: ‘Gade gij mee?’. Dit laatste is ook het geval in de uitspraak van Jan Jambon: ‘Da gade gij ni bepalen.’ De versmelting van een woord met een eraan voorafgaand woord noemen we enclise. Het clitische (‘versmeltende’) woord ondergaat dan een proces van reductie.